Skip to main content

Het verloop van het krediet

Als de kredietovereenkomst eenmal is ondertekend en het bedrag ter beschikking is gesteld van jezelf of de dienstverlenende persoon, kan men stellen dat de kredietgever de meeste van zijn verplichtingen is nagekomen.
Nu begint de belangrijkste verplichting van de consument, van jezelf : de stipte betaling van het bedrag van de contractuele vervaldagen, in kapitaal en interesten.
In de meeste gevallen biedt de financiële instelling je op het ogenblik van de onderhandeling over de lening op afbetaling de mogelijkheid zelf de vervaldag te kiezen die het best overeenstemt met het ogenblik waarop jij je persoonlijke financiële middelen ontvangt.
De veiligste manier om de vervaldagen van je krediet niet te "vergeten" te betalen, is van bij de ondertekening van de overeenkomst aan de bank een permanente opdracht te geven voor de betaling van de vervaldagen op de vastgestelde datum.

Een goede raad : als je de mogelijkheid hebt, kies dan de vervaldag van je maandelijkse afbetalingen op basis van de datum waarop jij je maandinkomen ontvangt (lonen, pensioenen, huurgeld, allerhande rentes....).

Consumentenkredietovereenkomsten zijn in principe van bepaalde duur. Aan het einde van die looptijd komt er een einde aan de overeenkomst, behalve voor kredietopeningen, die voor onbepaalde duur kunnen worden toegekend.

Vervroegde terugbetaling

Het kan gebeuren dat je beslist het krediet geheel of gedeeltelijk voor het einde van de vastgelegde eindvervaldag terug te betalen. De wet geeft je dit recht.
Maar opgelet, om van dat recht gebruik te kunnen maken, moet je de kredietgever er ten minste 10 dagen vooraf per aangetekende brief van op de hoogte brengen.

In ruil zal de kredietgever je een vergoeding mogen aanrekenen als gedeeltelijke compensatie voor het inkomensverlies (verlies aan interesten) en de kosten die door de vervroegde terugbetaling van het krediet worden veroorzaakt.
Die vergoeding mag niet meer bedragen dan een bepaald percentage van het vervroegd terugbetaalde bedrag dat wordt bepaald al naargelang het ogenblik van de vervroegde terugbetaling van het krediet, met name :

  • 1 % van het bedrag aan vervroegd terugbetaalde kapitaal, als de termijn tussen de vervroegde terugbetaling en de einddatum van de overeenkomst meer dan 1 jaar bedraagt ;
  • 0,5 % van het bedrag aan vervroegd terugbetaalde kapitaal, als die termijn minder dan 1 jaar bedraagt.

Daarenboven mag de vergoeding niet meer zijn dan het bedrag aan intrest dat je zou hebben betaald voor de resterende looptijd van de overeenkomst.

Wel mag er geen vergoeding worden gevraagd :

  • als de vervroegde terugbetaling plaatsheeft in een periode waarvoor geen vaste rentevoet geldt ;
  • in geval van een kredietopening ;
  • als de terugbetaling plaatsheeft ter uitvoering van een verzekeringsovereenkomst bedoeld als waarborg voor de terugbetaling van het krediet ;
  • als de verplichtingen voor de consument werden verminderd tot de contante prijs of het ontleende bedrag ingevolge civielrechtelijke sancties tegen de kredietgever.

Nulstelling

Voor kredietopeningen van onbepaalde duur of met een looptijd van meer dan vijf jaar, bepaalt de wet dat in de overeenkomst een termijn moet worden vastgesteld waarbinnen het totaal terug te betalen bedrag op "nul" dient te worden gesteld. Die nulstellingstermijn hangt af van de terugbetalingsformule en van het kredietbedrag.

Overschrijdingen

Bij kredietopeningen kan het gebeuren dat het opgenomen bedrag groter is dan het bedrag van de toegestane kredietlijn (bijvoorbeeld wegens betalingen per kaart).

Gaat het om een overschrijding van minstens 1.250 EUR gedurende meer dan 1 maand, dan moet de kredietgever je onverwijld inlichten omtrent het bedrag van de overschrijding, de debetrente en alle boetes en kosten die van toepassing zijn.

Als de overschrijding na 3 maanden niet is aangezuiverd, zal de kredietgever de kredietopnemingen moeten opschorten hetzij een nieuwe overeenkomst met een verhoogd kredietbedrag moeten opmaken, hetzij een einde moeten stellen aan de overeenkomst.

Onvoorziene omstandigheden

Er kunnen zich onverwachte gebeurtenissen voordoen die het normale verloop van het krediet verstoren. Wat gebeurt er bijvoorbeeld wanneer het goed dat door een kredietovereenkomst wordt gefinancierd, niet wordt geleverd, niet overeenstemt met de bestelbon, defect of zelfs vernietigd blijkt te zijn ?

Indien het gefinancierde goed of de gefinancierde dienst in de kredietovereenkomst staat vermeld of indien het kredietbedrag rechtstreeks aan de verkoper of de dienstverlenende persoon wordt overgemaakt, moet je de terugbetalingen pas beginnen nadat het goed of de dienst werd geleverd.
Met andere woorden : geen levering, geen aflossingen te betalen !

Indien het geleverde goed of de dienst niet overeenstemt met de bestelbon of defect is, zou je als eerste reactie misschien geneigd zijn de terugbetaling van het krediet niet of niet meer uit te voeren. Dat is jammer genoeg niet de juiste houding !
Wat je de verkoper of de dienstverlenende persoon ook te verwijten hebt, je moet de contractueel in de kredietovereenkomst bepaalde terugbetalingen uitvoeren.

Gelijktijdig vraag je echter per aangetekende brief aan de verkoper om zijn verplichtingen na te komen, d.w.z. een goed leveren dat overeenstemt met de bestelbon of het defecte goed laten herstellen. In sommige gevallen, d.w.z. indien er een voorafgaande exclusiviteitsovereenkomst bestaat tussen de verkoper en de kredietgever, zal je de stortingen op een geblokkeerde rekening kunnen uitvoeren tot je geschil met de verkoper is opgelost. Als je in bepaalde gevallen geen gelijk haalt na een beroep tegen de leverancier, dan heb je het recht om beroep aan te tekenen tegen de kredietgever.

Wij wijzen er nog op dat je verplicht bent het krediet als dusdanig terug te betalen, indien het goed verdwenen is of werd vernietigd, of indien de dienstverlening niet kan worden voortgezet, bijvoorbeeld ingevolge het faillissement van de dienstverlenende persoon.

Wat te doen in geval van betalingsmoeilijkheden ?

krediet09In de eerste plaats neem je in geval van betalingsproblemen best zo vlug mogelijk contact op met de financiële instelling waar je het krediet hebt gekregen.
Een vroegtijdige dialoog met de kredietgever kan de deur openen voor oplossingen die voor alle partijen aanvaardbaar zijn. De kredietgever zal bijvoorbeeld kunnen zien in welke mate het mogelijk is één of meer afbetalingen op het einde van de overeenkomst uit te stellen, dan wel of hij - binnen de wettelijke grenzen - een verlenging van de duur van de kredietovereenkomst kan toestaan, waardoor het maandelijks te betalen bedrag zou verlagen.

Indien je onoverkomelijke geldproblemen zou kennen of een te groot aantal verschillende schuldeisers zou moeten terugbetalen, kan je steeds contact opnemen met een schuldbemiddelaar, die dan je volledige financiële toestand zal onderzoeken en zal trachten tot een oplossing te komen met de verschillende schuldeisers.

De meeste Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW), evenals een aantal erkende privé-organisaties, advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen zijn gemachtigd om als schuldbemiddelaar op te treden.

Bovendien heeft de wet twee soorten gerechtelijke procedures voorzien om personen met financiële moeilijkheden te hulp te komen.

De eerste procedure, die in de wet op het consumentenkrediet is vastgelegd, bestaat erin dat een verzoekschrift tot het verkrijgen van betalingsfaciliteiten wordt ingediend bij de vrederechter, die tot een nieuwe spreiding van de terugbetaling van het krediet kan beslissen.

In de tweede procedure, die in een wet van 1998 is opgenomen, wordt een verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling ingediend bij de arbeidsrechtbank van het arrondissement waarin je woont. Er zal dan een schuldbemiddelaar worden aangesteld die tot taak heeft een minnelijke aanzuiveringsregeling voor het geheel van je schulden op te stellen. Indien de bemiddelaar niet in zijn opzet slaagt, bijvoorbeeld omdat één of verscheidene schuldeisers niet akkoord gaan, kan de rechter zelf een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opleggen, die eventueel een schuldkwijtschelding inhoudt.